De maandagbroek.

Als dierenartsassistente kom ik geregeld in contact met vuil. Dat hoort bij de job. Bloed, stoelgang, urine, braaksel, kwijl, oorsmeer,… om dan nog niet te spreken over excreties die bij wondes of infecties komen opdagen. Je merkt het al, mijn wasmachine draait overuren.

De maandag is echter een speciale dag.

Staat er ergens in het wetboek der natuur een regel over verse broeken en maandagen waar ik niet van weet? Het kan niet anders. Niettegenstaande ik properheid erg op prijs stel, draag ik tegenwoordig zelden nog een verse broek op maandag. Ervaring heeft me wijzer gemaakt. Want de eerste dag van de week heeft een vloek over zich hangen, waarbij eender welk lichaamssecreet altijd op mijn kledij terecht komt. Ik ben absoluut niet bijgelovig, maar toeval kan hier toch niet meer het juiste woord zijn? In elk geval neem ik nu het zekere voor het onzekere: maandag is vuile broekdag.

Ondertussen heb ik geleerd om – zoals een klein kleutertje die in zijn broekje geplast heeft – reserve kledij mee te brengen. Maar je raadt het nooit. Wanneer vergeet ik mijn ‘pipi-in-de-broek-rugzakje’ mee te brengen? En wanneer heb ik mijn ‘rugzakje’ het meeste nodig? Klopt, op maandag!

Het is dus duidelijk.

De maandagbroek is een feit, er is geen ontsnappen aan.

Loes.